Manifest: Groen is Goed!

Tuinieren voor een ecologische en menswaardige samenleving.

GroenGoed draagt bij aan een stad waarin we in harmonie leven met de Aarde en met elkaar. Dat doen we op een zo concreet mogelijke manier: in buurtmoestuinen verbouwen we groenten en kruiden en telen we fruit voor de zelfvoorziening van iedereen die mee wil doen.

We verzetten ons daarmee tegen de huidige economie van hebzucht en uitsluiting. Die leidt tot wereldwijde armoede en de vernietiging van het ecosysteem op Aarde.

Door te tuinieren wil GroenGoed laten zien dat een ecologische en menswaardige economie mogelijk is wanneer die gebouwd wordt op principes van inclusiviteit en productie naar behoefte in plaats van hebzucht.

Totaalplaatje

Met de tuinen willen we een totaalplaatje realiseren.

  1. We zijn kritisch én positief constructief. We uiten wat er verkeerd gaat in onze samenleving en werken vanuit een positieve visie voor verandering, een transitie naar een mooiere ecologische en menswaardige samenleving.
  2. We doen (we verbouwen voedsel) én we mengen ons in het maatschappelijk debat. We gebruiken daden en woorden, praktijk en theorie. We werken met onze handen in de aarde, verbouwen ons eigen voedsel én we uiten onze kritische visie door samen te werken in maatschappelijke bewegingen: samenwerkingsverbanden, lobby en actie.
  3. Met ieder die meedoet werken we aan verandering in het persoonlijke leven, in de lokale gemeenschap op wijksniveau, en op het maatschappelijk (politieke) niveau van de stad en van de stad als speler op een nationaal en mondiaal vlak.
  4. In dat alles laten het verband zien tussen armoede en ecologische destructie, ecologische en sociale maatschappelijke problemen en duurzame en menswaardige oplossingen.

Transitie

Om een ecologische en menswaarde economie te bouwen is het is nodig dat we:

  1. veel minder consumeren (degrowth)
  2. we niemand uitsluiten van (de macht over) middelen om te leven, zoals land, (inclusiviteit).
  3. produceren om te voorzien in behoeftes i.p.v. hebzucht.
  4. streven naar persoonlijke, lokale en regionale zelfvoorziening.
  5. armoede bestrijden.
  6. ecologische destructie actief tegengaan.
  7. ecologische mechanismes integreren in het ontwerp van ons leven en onze omgeving.
  8. stoppen met het gebruik van pesticiden, kunstmest, fossiele brandstoffen en genetische manipulatie.
  9. biodiversiteit versterken
  10. bodem(leven) en planten gebruiken voor CO2 opslag.
  11. kringlopen sluiten.
  12. bijdragen aan een inclusieve cultuur van solidariteit, vertrouwen en optimisme
  13. de band tussen mens en natuur versterken: bijdragen aan een natuurlijke en lokale cultuur waarin een leven dichtbij het land, boeren-productie, ambacht, zelfvoorziening en decentrale kleinschalige technieken, gewaardeerd worden, geïntegreerd worden in ons leven en samen-leven.

Wat doet GroenGoed?

Wat doet GroenGoed om een duurzame (ecologische?) en menswaardige economie in de praktijk te brengen?

  1. We gebruiken land in Rotterdam om te produceren voor basisbehoeften: groenten, kruiden, fruit. Dat draagt concreet bij aan de bestrijding van armoede voor die mensen die deze producten mee naar huis nemen. Het draagt concreet bij aan een kleinere ecologische voetafdruk, bespaart letterlijk het aantal hectaren bos wat anders gebruikt wordt voor landbouwgrond elders, maar ook de vermindering van lange aanvoerlijnen van voedsel en de daarmee gepaard gaande gebruik van fossiele brandstoffen, uitstoot van CO2 en verkwisting van water. Het laat zien dat een economie moet draaien om basisbehoeften. Het draagt bij aan persoonlijke en lokale zelfvoorziening.
  2. We begeleiden deelnemers bij het tuinieren. We integreren kennis over lokale gewassen, ecologische groententeelt, in onze werkwijze en verspreiden die kennis onder deelnemers. Dat gebeurt veelal in de alledaagse praktijk, maar ook door speciale activiteiten, ook voor kinderen.
  3. GroenGoed begeleid buurtbewoners bij het zelfbeheer van de tuinen. We werken volgens het motto ‘de tuin is van iedereen die meedoet en iedereen is welkom om mee te doen’. Verantwoordelijkheden dragen we zoveel mogelijk samen. En ook komen we samen (democratisch) tot beslissingen. Zo geven we vorm aan het ideaal niemand uit te sluiten van de macht over het land in de stad. En door een gedeeld eigenaarschap (over de tuinprojecten) versterken we ook de band tussen mens en natuur.
  4. Een deel/overschotten van de productie geven we weg aan armoedebestrijdingsprojecten.
  5. We maken gebruik van permacultuuruitgangspunten om ons werk en de tuinen te modelleren naar veerkrachtige, overvloedige ecosystemen waarvan de impact binnen de grenzen van de aarde blijft. We maken zoveel mogelijk gebruik van lokale hulpbronnen. We gebruiken het beschikbare land om waarde te creëren en verdelen die waarde lokaal, bij voorkeur per bakfiets. Waarde houden we in de buurt, van geldstromen tot compost, van houtsnippers tot regenwater. Ecologische impact beperken we door optimaal gebruik te maken van land, energie en bronnen en afvalproductie te minimaliseren.
  6. We besteden tijd en aandacht aan ontmoeting door koffiepauzes en leuke activiteiten, tuinmaaltijden, buurtmaaltijden, kampvuurtjes, educatieve bijeenkomsten, af en toe een groot festival. De tuinen zijn ontmoetingsplekken. Ze brengen mensen bij elkaar. De tuinen zijn voorbeelden van succes en daardoor een baken van optimisme: ja het is mogelijk om samen te werken, om grip te krijgen op je leven, om een menswaardige rol te hebben in je lokale gemeenschap en om samen je menselijke en natuurlijke omgeving te veranderen. Het samen werken in de tuinen geeft zelfvertrouwen, vertrouwen in de ander en vertrouwen in de samenleving om tot verandering te komen.
  7. De tuinen zijn groene oases waar deelnemers en bezoekers tot rust komen en in beweging zijn in de buitenlucht. Ze gaan een band aan met dit stukje grond door er  verantwoordelijkheid en (gezamenlijk) eigenaarschap over uit te oefenen.
  8. We dragen wat we doen en onze visie erachter actief uit door erover te spreken op bijeenkomsten, in de media en door zelf te publiceren op onze website en social media.
  9. We werken actief in samenwerkingsverbanden met andere organisaties om ook buiten de tuinen te werken aan een duurzame en menswaardige stad. We doen mee aan samenwerkingsplatforms, gezamenlijke lobby en acties.

Samenwerkingsverbanden en actie

Door samen te tuinieren heeft Rotterdam (laat staan Nederland of de wereld) nog geen duurzame en menswaardige economie. Er is veel meer nodig. Een op de vier kinderen in Rotterdam leeft nog in armoede. Rotterdam heeft nog twee kolencentrales in gebruik en wil het vliegverkeer van haar luchthaven uitbreiden. Het merendeel van de consumptie van Rotterdammers houdt kinderarbeid in stand, financiert burgeroorlogen en draagt bij aan stromen vluchtelingen en gruwelijk dierenleed in de bio-industrie. Alleen een verhaal vertellen en in de praktijk brengen in een tuinproject is niet voldoende. We moeten ook samenwerken en sociale bewegingen bouwen om op grote schaal maatschappelijke en politieke veranderingen teweeg brengen. Daarom dragen we actief ons steentje bij aan samenwerkingsverbanden zoals de Groene Groeiplekken, Groen010, de Rotterdamse klimaatbeweging en de Rotterdamse ArmoedebestrijdingsBeweging. Als we onze krachten bundelen met al die andere mooie initiatieven in Rotterdam, kunnen we actie ondernemen, als stad grote stappen zetten.

Samenwerking met Overheid en Wijknetwerk

We zien veel raakvlakken met overheidsbeleid en met doelen van andere organisaties die actief zijn in de wijken rond onze tuinen. We werken samen om de tuinen in te zetten voor welzijnsdoelen, [dubbele punt] voor sociale cohesie, armoedebestrijding, gezonde beweging en voedsel, bestrijding van eenzaamheid. Educatie is een doorlopende activiteit op al deze gebieden.