In de tuinen hebben we plantbedden die hoger liggen dan de houtsnipperpaden (weggetjes) ernaast. Waarom is dat?
- Zodat de grond los blijft. Voor een goede groei van de planten is het belangrijk dat de grond voldoende water en lucht doorlaat, dus dat de grond los en kruimelig blijft. Met een losse grond is het ook makkelijker om onkruid te wieden en om te zaaien. Door alleen op de paden te lopen wordt de grond waar de planten groeien niet hard en aangestampt en worden natuurlijk de planten zelf niet platgetrapt.
- Zodat de planten bij harde regen niet onder water komen te staan. De meeste planten zijn er niet aan gewend om met de voeten onder water te staan en daar kunnen ze dood van gaan of geremd worden in de groei. Als het regent loopt het overtollige water uit de plantbedden in de paadjes, en zo worden de planten beschermd tegen onder water staan.
Meestal worden verhoogde plantbedden voor een goede ruimtebenutting 1 meter tot 1,2 meter breed gemaakt. Dan is het mogelijk om vanuit de paden aan allebei de kanten bij het midden van het plantbed te kunnen met je handen. Dus dan hoef je niet op het plantbed te staan en kan je toch overal bij.
De meeste paden in de tuin zijn 40-50 centimeter breed. De hoofdpaden, waar mensen elkaar kunnen passeren en je makkelijk met een kruiwagen kunt rijden, worden 80-100 cm breed gemaakt.
Als het niet lukt om overal bij te komen kan er een inspringing of een doodlopend pad gemaakt worden. Door deze inspringing of doodlopend pad te maken kan je zonder op het plantbed te hoeven staan toch bij de planten komen die verder in het plantbed staan, zonder veel plantruimte kwijt te zijn aan een heel pad.
Soms worden ook ‘stapstenen’ gebruikt. Door van steen naar steen te stappen hoef je niet op de aarde eromheen te staan. Bonus: omdat het onder de stenen langer koel en vochtig blijft zullen daar zeker nuttige wormen, pissenbedden enz. op af komen.